Nieuws & Agenda
ActionsSpeekseltest en smartwatch kunnen in de toekomst bloedprikken en ziekenhuisbezoeken vervangen
26 april 2022Medisch wetenschappelijk onderzoek bij kinderen kan makkelijker en leuker dankzij speekseltesten en een slim horloge. Dat ontdekte arts-onderzoeker Matthijs Kruizinga van het Juliana Kinderziekenhuis (JKZ) in een drie jaar durend onderzoek. De resultaten zijn veelbelovend en leverden Matthijs een cum laude promotie op.
“Voor het ontwikkelen van nieuwe medicijnen en behandelingen is medisch wetenschappelijk onderzoek bij kinderen ontzettend belangrijk,” vertelt Matthijs. Maar kinderen en hun ouders zijn vaak minder enthousiast. “Bij veel onderzoek is bloedprikken een vast onderdeel. En bezoekjes aan het ziekenhuis om metingen te doen horen er ook bij. Kinderen vinden dat niet fijn en het gebeurt soms dat ze halverwege een onderzoek afhaken omdat het te veel tijd en moeite kost. Dat is begrijpelijk, maar wel jammer.”
Matthijs ging daarom, samen met het Centre for Human Drug Research (CHDR), op zoek naar alternatieven voor de vervelende dingen van een onderzoek. Als alternatief voor het bloedprikken onderzocht Matthijs de afname van speeksel. “Bij wetenschappelijk onderzoek nemen we vaak bloed af om te zien of een kind voldoende medicatie heeft gekregen. Ik was benieuwd of we dit ook konden afmeten in het speeksel. Bij sommige medicijnen is dat inderdaad zo, bijvoorbeeld bij clonazepam. Dit is een medicijn dat kinderen met epilepsie krijgen. Voor onderzoeken met dit medicijn volstaat dus een wattenstaafje in de mond. Dat verlaagt de drempel voor ouders en kinderen. Nadat de collega’s in het LUMC van mijn resultaten hoorden, zijn zij de speekseltest bij een onderzoek ook meteen gaan inzetten.”
Smartwatches
Matthijs onderzocht ook of een ziekenhuisbezoek altijd echt nodig is. “Normaal gesproken komen kinderen tijdens een onderzoeksperiode regelmatig naar het ziekenhuis om waarden te laten meten. Ik heb gekeken of we die data ook op andere manieren kunnen verzamelen. We hebben daarvoor kinderen tussen de 2 en de 16 jaar oud een smartwatch gegeven. In 3 jaar tijd droegen zo’n 450 kinderen met bijvoorbeeld astma, taaislijmziekte en obesitas langere tijd zo’n slim horloge. Het meet onder andere de hartslag, het slaappatroon en de activiteiten. Het bleek dat de horloges heel betrouwbare informatie doorgeven.”
(tekst loopt door onder foto)
De kinderen zijn enthousiast en vinden het leuk en interessant een smartwatch te dragen. Matthijs: “Alleen voor de allerjongste kinderen van 2 tot 3 jaar is de methode niet zo geschikt. Zij willen het horloge nog weleens afdoen omdat het niet lekker zit. Dat is ook niet gek; de horloges zijn eigenlijk bedoeld voor volwassenen. Het was nog een heel karwei de bandjes op maat te maken.”
Niet naar het ziekenhuis
Voor de betrouwbaarheid van zijn onderzoek kregen niet alleen kinderen met verschillende ziektes en aandoeningen de smartwatch, maar ook gezonde kinderen. Allemaal vulden ze ook vragenlijsten in. “We vroegen ze aan te geven hoe zij zich voelden. Wij konden dan zien of dit overeen kwam met de gegevens van de horloges. En dat was vaak het geval.”
Daarnaast testen kinderen met astma elke dag hun longfunctie. Matthijs: “Ze moesten dan op een apparaatje blazen dat is verbonden met de smartphone. We meten dan de longinhoud van het kind en daarmee hoeveel last het heeft van de astma. We zagen dit meteen terug in de data. Als een kind last heeft, gaat de hartslag omhoog, verandert het slaappatroon en is het minder actief. Precies wat we verwachten te zien en dat werd nu bevestigd. Daarvoor hoeft een kind dus niet meer naar het ziekenhuis te komen.”
Vervolgonderzoek
Matthijs promoveerde cum laude op zijn onderzoek. “Daar ben ik natuurlijk trots op. Ik hoop en verwacht dat wetenschappelijk onderzoek in de toekomst veel meer thuis kan worden gedaan. En dat het minder ingrijpend wordt.”
Inmiddels is Matthijs in opleiding tot kinderarts. Hij is blij dat hij nu weer veel contact heeft met patiënten. “Dat heb ik tijdens het onderzoek wel gemist.” Toch kan hij het onderzoek nog niet helemaal loslaten. “Een dag per week doe ik vervolgonderzoek. Ik wil graag een algoritme ontwikkelen om longaanvallen bij kinderen met astma te voorspellen en dus te voorkomen. Als dat lukt, hoeven kinderen minder vaak naar de polikliniek te komen en kunnen we op tijd starten met de behandeling.”